Programma Gerben Budding
Cornelis de Wolf (1880-1935)
01 – Passacaglia, Koraal en Fuga over ‘Wie maar de goede God laat zorgen’
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
02 – Fantasia und Fuge in g-moll, BWV 542
03 – Triosonate I in Es-dur (Ohne Bezeichnung-Adagio-Allegro), BWV 525
Daan Manneke (*1939)
04 – Pseaume parlant de bonté et droiture [CI]
(Récit – Ricercare)
Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847)
05 – Sonate I in f-moll, Op. 65
(Allegro – Adagio – Andante recitativo – Allegro assai vivace)
Cornelis de Wolf (1880-1935)
06 – Fantasie over Psalm 33 met aansluitend samenzang vers 1
Toelichting op het programma
Organist Gerben Budding geeft graag aandacht aan Nederlandse componisten, zo ook vanavond.
Het programma opent en sluit met muziek van één van de grootste negentiende-eeuwse organisten die Nederland gekend heeft: Cornelis de Wolf.
De Passacaglia, Koraal en Fuga over ‘Wie maar de goede God’ is een hoogtepunt in de Nederlandse orgelliteratuur. De fuga lijkt geschreven te zijn op de laatste strofe van het koraal: ‘Treed vrolijk voort op ’s Heren wegen’.
De twee Bachwerken die vanavond klinken zijn gekozen van het ‘wensenlijstje’ van de organisatie.
In het midden van het programma een werk van één van de grootste Nederlandse componisten van onze tijd: Daan Manneke. Psalm 101 werd opgedragen aan Gerben Budding en gepubliceerd als muziekbijlage bij maandblad De Orgelvriend in mei 2020.
Mendelssohn schreef zes sonates voor orgel, waarvan de eerste sonate misschien wel het meest indrukwekkend is. In het eerste deel wordt gebruikt gemaakt van het koraal ‘Was mein Gott will das g’scheh’ allzeit’.
De Fantasie over Psalm 33 bestaat uit een koraalzetting (niet-ritmisch, zoals in de negentiende eeuw gebruikelijk), een trio en een imponerende fuga.
Gerben Budding is internationaal actief als concertorganist en kerkmusicus. Hij is hooforganist van de Goudse Sint-Janskerk en bespeelt daar het prachtige Moreau-orgel uit 1736. In Gouda is hij tevens door de gemeente aangesteld als stadsorganist. Als vesperorganist is hij daarnaast verbonden aan de Utrechtse Domkerk met het beroemde Bätz-orgel uit 1831.
Zijn brede repertoire omvat alle stijlperioden. Dit resulteert in een doordachte en verrassende programmering tijdens concerten. Gerben is een enthousiaste promotor van Nederlandse orgelmuziek. Niet alleen geeft hij veel aandacht aan moderne Nederlandse orgelmuziek, maar ook haalt hij hierbij vergeten Hollands Meesters onder het stof vandaan. In dit kader had hij een wereldprimeur met de eerste integrale cd-opname (9 cd’s) van de orgelwerken van Samuel de Lange jr., een opname die lovend werd ontvangen.
Zijn opleiding ontving hij aan het Utrechtse conservatorium. Daar behaalde hij een Bachelor- en Mastergraad Orgel met als hoofdvak Improvisatie (beide summa cum laude), een eerstegraads bevoegdheid als Kerkmusicus en een Bachelor- en Mastergraad Koordirectie (met onderscheiding).
Hij won de eerste prijs op het internationale orgelconcours ‘Agati-Tronci’ in Pistoia (Italië), de tweede prijs op het Internationaal Schnitgerconcours in Alkmaar, de Litaize-prijs op het Internationaal César Franck Concours in Haarlem en de publieksprijs op het improvisatieconcours in Dudelange (Luxemburg).